verbond belangenbehartiging vervolgingsslachtoffers

Wordt donateur
17 december 2018 column

De eerste duizend dagen na de conceptie

De eerste duizend dagen van een kind

In wat voor zegenrijk tijdperk leven wij. De minister van VWS schrijft aan de Tweede Kamer dat er een actieprogramma zal worden gestart i.v.m. de groeiende zorgkloof inzake de veiligheid van het ongeboren en het zeer jonge kind er van uitgaande dat ieder kind een optimale kans verdiend.

Die eerste duizend dagen zijn immers van het grootste belang en bepalend of het kind al dan niet in zijn of haar leven gezond zal zijn. Als er in die eerste duizend dagen sprake is van stress zal het kind in zijn of haar leven gevoeliger zijn voor onder meer diabetes, hartkwalen, auto-immuunziekten. Het blijkt een belangrijke  voorspeller te zijn van problemen van zowel psychische als fysieke aard op latere leeftijd. Kinderen in kwetsbare situaties lopen een groter risico op het ontwikkelen van achterstanden. Veel problemen kunnen worden voorkomen door deze risicofactoren te beïnvloeden. Ik citeer nog steeds uit de tekst van de brief van de minister aan de Tweede Kamer. Het begeleidingsplan is in verschillende actiepunten uiteen gehaald. Voor dit bewonderenswaardige programma wordt 41 miljoen euro beschikbaar gesteld.
De minister kan mij echter niet kwalijk nemen dat ik toch een beetje mijn wenkbrauwen frons omdat in deze wijsheid de wetenschap van de ervaringsdeskundigen buiten zicht is gebleven. Misschien begrijpelijk omdat die ervaringsdeskundigen de kinderen zijn van vervolgden in West-Europa, van de Jappenkampen en van Roma/Sinti. Zeg maar de tweede generatie.

Mag ik de minister wat vragen?
Met het voortschrijdend inzicht kan je dus stellen dat door het niet erkennen van de naoorlogse generatie, de hulp van de overheid inzake de eerste duizend dagen van een kind hypocriet is en waardoor de naoorlogse generatie opnieuw wordt ontkend.

Heeft men onderzocht hoe het deze generatie is vergaan? Hoe is hun gezondheid en wat is hun geluksfactor op dit moment?
Dit lijken mij toch een onmisbare wetenschappelijke schakels in de transgenerationele ontwikkeling gebaseerd op leed en stress.
Heeft men onderzoek gedaan naar deze specifieke doelgroep? Hoe is het hen vergaan op weg naar de volwassenheid? Hoe problematisch was de verhouding van tweede t.o.v. de eerste en derde generatie en bovenal de verhoudingen in de relationele sfeer?
Hoe wordt een kind stressvrij en evenwichtig volwassen als tot op de dag van vandaag de grondvesten van het elementaire bestaan op hun grondvesten staan te trillen?
Hoe wordt een kind groot als de caleidoscoop van de verbeelding geen samenhang heeft?
Geen samenhang m.b.t. gevoel van veiligheid, begrepen te worden, inter-familiaire geborgenheid, transgenerationele openheid en basis vertrouwen en waardering.
Kan het zijn dat de onderzoekers gebruik hebben gemaakt van de expertise van psychologen en andere veldwerkers inzake de naoorlogse generatie? Kan het zijn dat deze pathologieën als voorbeeld hebben gediend?

De conclusie is vertaald naar vandaag. Dat de expertise voor het oprapen lag/ligt is buiten beschouwing gelaten. Ik hoef maar enige punten uit veel oudere onderzoeken te citeren:

  • Woede over hetgeen de ouders is aangedaan.
  • Ik ben lief tegen iedereen. Van mij heeft niemand last.
  • Woede over het gebrek aan moed van de ouders. Identiteitsconflict?
  • Minderwaardigheidsgevoel omdat je het leed van de ouders niet kan goedmaken.
  • Ik hoef zelf helemaal niets meer. We hebben genoeg geleden.

Ik ben geen psycholoog, maar erg veel fantasie heb ik niet nodig om deze aspecten een gezicht te geven. Eigenlijk was er zo veel onderzoek dat zonder dit nieuwe onderzoek te willen bagatelliseren, de conclusies op straat lagen; die moesten alleen worden opgeraapt.
Hiervan uitgaande en zonder dat ik de tweede generatie wil stigmatiseren, mag ik toch wel mijn verbazing uitspreken dat de overheid gewapend met overduidelijk en voortschrijdend inzicht niet de moed heeft om de wetswijziging m.b.t. afschaffing van nieuwe aanvragen voor de Tweede Generatie in de 90-er jaren van de vorige eeuw, te heroverwegen.

Verbinding naar oorlogswetten
Ik vind het besluit van de minister om te investeren in de eerste duizend dagen van een kind een voortreffelijk plan maar wil bepleiten dat herinvoering van de oorlogswetten voor schrijnende gevallen in de categorie Tweede Generatie opnieuw wordt aangeboden.

Meer informatie: 
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2018/09/12/actieprogramma-kansrijke-start